Symbool
De zwaan is het symbool van de lutherse kerk in Nederland.
In allerlei vormen valt hij te ontwaren: als windwijzer op kerken ( de eerste kerk die er mee werd
gesierd was de Ronde Lutherse Kerk te Amsterdam, bouwjaar 1671), in timpanen ( het – dikwijls
rijk met beeldhouwwerk versierde – muurpaneel boven de ingang van een kathedraal of ander
voornaam gebouw), gebrandschilderde ramen, op orgels, kansels en lezenaars, doopbogen en
doopvonten, avondmaals zilver, voorzitter hamers, troffels voor eerste steenleggingen, zegels,
stempels, sloten, penningen en prenten.
Oorsprong
De oorsprong van deze symboliek is gelegen in een oude legende:
De Tsjechische hervormer Johannes Hus, voorloper van de reformatie, die door het Concilie van Constanz in 1415 ter dood werd veroordeeld, zou
toen hij op de brandstapel stond, gezegd hebben: “Thans braadt gij een gans, maar over honderd jaar komt er een zwaan, die jullie niet te pakken
zullen krijgen”.
De Tsjechische naam Hus betekent: gans.
Met de zwaan zou hij Maarten Luther (1483- 1546) hebben bedoeld. Vanaf het begin van zijn optreden wordt Luther op gravures en munten
afgebeeld met naast zich de zwaan.
Literatuur:
J.K. Schendelaar: Luther, de Lutheranen en de zwaan, Dabar/Slub 1993
De Roomsen hebben een kruisje,
de Doopsgezinden een houten huisje,
De Gereformeerden hebben een haantje,
de Lutheranen hebben een zwaantje!